woensdag 28 juli 2010

Een van de acht


Vandaag heb ik contact gehad met Sander Ederveen (zie foto) van de organisatie. Hij vertelde me dat er in totaal acht mensen worden opgeleid tot stadsomroeper. Een van hen kan paardrijden en als ze een rijdier kunnen vinden komt er ook een stadsomroeper te paard. We moeten nog even wachten met toneellessen want de stadsomroeper die ons het vak gaat leren is nog op vakantie. Wel ga ik vrijdag naar Elvira van Loon, de kledingspecialist van de organisatie, om te praten over een kostuum. Het is al wel duidelijk dat ik verkleed ga als man want vrouwelijke stadsomroepers kende men niet in de middeleeuwen.

Ook mondelinge advertenties


Ik heb wat gegoogeld over stadsomroepers. Ze waren inderdaad de wandelende kranten van vroeger. Met een bel of gong riepen ze het volk bijeen om vervolgens het nieuws te verkondigen. Ze waren in dienst van de overheid en gaven mededelingen door van het stadsbestuur. Het was een echte functie met bijbehorend uniform.
Volgens Wikipedia verkondigden ze ook de aanbiedingen van de middenstand, tegen betaling. Dus niet alleen het nieuws werd mondeling doorgegeven, ook de advertenties.
Maar het medium is niet het belangrijkste verschil tussen de stadsomroeper van vroeger en de journalist van nu. Essentieel is dat al een paar eeuwen de journalisten niet meer in dienst zijn van de overheid.

Stadsomroeper, de journalist van vroeger

Ik doe dit jaar mee aan het Gebroeders van Limburgfestival als stadsomroeper. Daarvoor krijg ik een middeleeuwse outfit te leen en moet theaterlessen volgen om mijn rol goed te spelen want de organisatie van het festival vindt authenticiteit erg belangrijk.


Hoe ik op het idee kwam? Ik bewerkte een persbericht van de organisatie tot een nieuwsbericht voor de krant: Het Gebroeders van Limburgfestival zocht nog vrijwilligers. Onder andere stadsomroepers. Stadsomroepers, dat waren toch de nieuwsverspreiders toen er nog geen kranten waren? De journalisten van de middeleeuwen?


Ik dacht een halve dag na of ik me zou opgeven en besprak met met een collega. "Doen! Het is een leuke vorm van participerende journalistiek", zei ze. De organisatie wilde me gelukkig ook hebben. Ik kruip dus in de huid van mijn middeleeuwse voorganger.